Tuesday, July 03, 2007

Reacties.


foto: Jens
De schrijver Theo Tervijlen vroeg me om het gedicht Het Kneutje van Hans Warren. Ter ere van dat gedicht dit mooie vogeltje op mijn blog.

HET KNEUTJE
Voor Philemon en Baucis zingt het kneutje,
avondrood op de karmozijnen keel.
Zij legt haar zachte in zijn harde oude hand,
en meidoornbloesem dwarrelt overal.
Van gisteren en heden zingt het kneutje,
achter de eglantieren ruiste de zee
en een jong paar dat van het strand terugkomt
voorvoelt zijn vrede bij dit lied, dit lot.

Van Lies ontving ik een interessante aanvulling op mijn blog van zondag over Prikkebeen:
Lieve Willem,
Ook al is het jou (als echte Prikkebeen-liefhebbers) waarschijlijk wel bekend, toch maar even dit: In de ongekuiste oorspronkelijk Franse versie van Prikkebeen, is Ursula (daar Elvire) helemaal niet zijn zuster maar zijn geliefde, die hij graag verlaat. Goeverneur was een brave opvoeder die er een zuster van maakte.
In 1846 verscheen Histoire de M. Cryptograme, ook geïillustreerd door de Zwitser Rudolf Töpffer, die niet alleen de plaatjes tekende, maar ook de al oudere Duitse tekst van Julius Kell zelf bewerkte. Op het titelblad staat onder meer: "... qu' apres s' être marié dans le ventre de la baleine, il se garda de bigamie, et devint le père de huit enfans (er staat echt enfans en niet enfants) d'un premier lit."
In 1846 (het jaar van het overlijden van Töpffer) verscheen er in Nederland een reproductie van de Franse uitgave van 1846. Ik heb die in mijn boekenkast staan.
Lies.

Zelf ben ik door de stroom van gebeurtenissen in de laatste maand kennelijk een beetje de kluts kwijt. Ik droomde vannacht dat ik door een Duitse stad dwaalde. Ik had mijn tas en colbert waarschijnlijk op mijn hotelkamer achtergelaten. Wist dat niet zeker, maar om deze tijd had ik sowieso al uit het hotel moeten zijn. Zonder jas en tas voelde ik me verlaten, wist wel dat ik met de trein en niet met de auto was maar had geen idee hoe ik het station kon vinden. Het was zondag en er was niemand op straat Ik koos een weg naar het zuiden. Een groep meisjes van 16-17 jaar met een jongen die een kop boven hen uitstak hield me staande. Ik had hen onjuist voorgelicht: het(?) was veel dichterbij geweest dan ik had gezegd, het voorste meisje keek me verwijtend aan en de jongen achterin de groep knikte duidelijk dat zij gelijk had. Ik was verbaasd, in het omgekeerde geval leek me een verwijt op zijn plaats maar nu? Toch wist ik niets te zeggen en bleef staan tot ze vertrokken.

No comments: