Friday, August 01, 2008

'Ungefähr so'


Vandaag de eerste dag zonder schaken na enkele weken toernooischaak. Ik loop nog een beetje verdwaasd rond. De ‘voorheen eenvoudige boekverkoopster uit Zutphen’ vroeg me eens wat het is dat schaken Velen zoals ik die als kind het spel leerden, via bijvoorbeeld een leraar op een club terecht komen en dan hun hele leven blijven schaken en daar veel plezier aan beleven? Ik zei haar dat het fascinerende is dat je tijdelijk uit deze wereld stapt, je bent absoluut weg uit het dagelijkse leven. Het is niet meer ‘welke rijst moet ik kopen?’ maar ‘moet ik Pe5 of Tc4 doen?’.
C. Buddingh’ beschrijft het in een van zijn dagboeken als volgt:
(...) Tarrasch schrijft, in een ander boek, dat ik voor mijn vijftiende verjaardag kreeg (zoals ik nog nagaan kan dankzij mijn netjes in de rechterbovenhoek geschreven naam plus datum):
Das Schachspiel: Systematisches Lehrbuch für Anfänger und Geübte: ‘Ich habe eines leises Gefühl des Bedaurens für jeden, der das Schachspiel nicht kennt, ungefähr so wie ich jeden bedauere, der die Liebe nicht kennengelernt hat.’
Waarschijnlijk klinkt dat zwaar overdreven en oer-Duits-schwärmerisch, maar ik kan er niets aan doen: ik voel het nog altijd zo. ‘Ungefähr so’dan.
Tot zover C. Buddingh’en Tarrasch. Het eerste boek waar Buddingh’over schreef is misschien wel het beroemdste schaakboek uit de schaakgeschiedenis en vandaar dit plaatje. Dit boek is niet alleen zo beroemd vanwege de schitterende analyses van de partijen maar ook om wat Tarrach (de “Preceptor Germaniae”) schrijft over zijn collega’s en vooral over zijn aartsvijand de wereldkampioen Lasker.
Bron: SIC Letterkundig Tijdschrift 1991 nummer 3.

No comments: