Thursday, May 05, 2005

De jaarlijkse slacht.


Dirk Wijnranck (1625-1678), 'De gulzige Kater'.

Op mijn blog van 28 maart schreef ik over de jaarlijkse slacht die ik als kind meemaakte en vroeg me daarbij af wat er in de weck ging en wat in de Keulse potten.
Gisteravond ontving ik het antwoord van Jenny. Ik moest denken, toegegeven het is een oneliner, aan "Da staunt der Fachmann und der Laie wundert sich". Hoe dan ook, Erica en ik waren onder de indruk. Jenny schreef:
'N.a.v. je vraag, betreffende de slacht het volgende: Voor de weck werden de fijnere en kleine stukken gebruikt, zoals lendestuk, sukadestuk of ezeltje. Het was veel werk in de drukke slachtdagen, dus het meeste, de grotere stukken, werden in een kuip met zout gestopt. De grote stukken onderin, de rest er boven, ± 2 a 3 weken. Daarna vaak gerookt en in de wimme (de grote schoorsteen) opgehangen. Roken boven een vuur van eiken- of beukenhout, of in een rookkastje, op zolder aan de schoorsteen aangebracht.
In Keulse potten werd gebraden vlees gedaan met een laag vet er op tegen bederf, of met water en azijn hoofdkaas en rolpens. Vlees, wat niet gerookt of gedroogd hoefde te worden, werd in een Keulse pot met eipekel gestopt (zoveel zout, dat een ei er op drijft)'.

No comments: