Mijn vader.
In de rubriek IK@NRC.NL
'Mijn vader krijgt een nieuw been aangemeten. Onwennig stapt hij ermee rond tussen de leggers van de loopbrug. Hij ziet er vreemd uit, een soort kruising tussen de Terminator en een hond met teveel plooien boven zijn ogen. Daar lijkt mijn vader op als hij nadenkt.
Later zie ik mijn ouders lopen: mijn vader weer gewoon met zijn krukken, mijn moeder met zijn been over haar schouder.'
Het verhaal van Anne Rutten is voor mij zo levensecht omdat ik me de kunstarm van mijn eigen vader zo goed herinner. September 1944 werd tijdens een beschieting van Engelse Spitfires mijn vader zijn linkerarm afgeschoten. De arm werd in het ziekenhuis in Goes boven het ellebooggewricht geamputeerd. Juni 1947 kreeg hij uiteindelijk, via een oorlogsslachtoffer regeling, in Breda een kunstarm aangemeten. Toen hij 's avonds van Borssele naar huis fietste passeerde hij de boerderij van mijn oom Jo en tante Keetje.
In een vlaag van overmoed wilde hij met zijn nieuwe arm zwaaien. Hij sloeg zich daarbij met zijn kunstarm zo hard in zijn gezicht dat hij met fiets en al omviel. De kunstarm lag tot aan zijn dood in 1950 in de kast. Dikwijls dachten anderen hem nog wel eens te troosten met 'nog een geluk dat het je linkerarm was'. Wanneer er nou iemand links was, dan was het mijn vader wel!
No comments:
Post a Comment