Sunday, November 13, 2005

De rode jas.



Mijn moeder wist precies wat ordinair was,
namaakgoud en vooral een rode jas.
Gekleurde ballen hangend in de kerstboom,
en een auto kopen die met chroom behangen was.

Geen al te hoge hakken aan je schoenen,
en lippenstift met mate opgedaan.
Niet zonder fatsoen op straat staan zoenen,
En niet zonder kopje drinken uit de kraan.

Geen bastaardhond met lange haren,
of glinsterdraadjes in je trui.
't Is ordinair je benen te ontharen
en te spreken over "ouwelui".

Nu ik oud ben kan ik geen te hoge hakken dragen,
maar ik zoen rustig iedereen op straat.
Een rode mantel kan mij zeer behagen,
en ik ben nooit meer delicaat.

Waarschijnlijk heeft Erica dit gedicht gemaakt toen ze haar laatste rode jas kocht. Dat was een rode houtje-touwtjesjas. Van die jas heb ik geen mooie foto. De jas op de foto droeg ze veel en graag.

No comments: