Monday, August 13, 2007

Zomergasten.


Erica een week voor haar dood.

Gisteravond zag ik Zomergasten van de VPRO, waar ik nogal aangeslagen van was. Ik ben Chrisine van Broeckhoven en Joris Luyendijk heel dankbaar voor deze TV uitzending en zond zojuist de hoogleraar een brief:

Geachte mevrouw Christine van Broeckhoven,

Gisteravond zag ik u in Zomergasten van de VPRO.
Ik hoop dat u mij wilt excuseren dat ik u vertel over mijn vrouw.
In maart 2005 veranderde mijn vrouw van het ene moment op het andere. Zij verloor de opslag van het korte termijngeheugen.
Ik zat achter de computer toen zij ontredderd uit de tuin kwam en mij zei dat ze niets meer wist van wat er zojuist gebeurd was. Onderzoeken, CT-scan, MRI-scan, lumbaalpunctie enz. lieten niets zien. Op vrijdagmorgen 16 september ’05 hadden we een voorlopig afsluitend gesprek met de neuroloog dr. Ten Holter waarbij mijn vrouw Erica perfect functioneerde en haar inbreng had. Mijn jongste zoon en zijn vrouw (zij waren uit AustraliĆ« overgekomen) waren daarbij. Het verschrikkelijke voor mij was dat ik wist dat Erica straks thuis niets, maar dan ook echts niets meer van dit gesprek zou weten. De medici knikten wel van ja, maar eigenlijk geloofden ze me niet. Zoon Thijlbert en zijn vrouw vertrokken zondagmorgen 18 sept. en dinsdag 20 sept. om 19.30 uur was mijn vrouw Erica dood.
Mijn oudste zoon arriveerde ’s woensdagsmorgen vroeg uit Canada en heeft haar niet levend meer meegemaakt. Wij lieten obductie verrichten. Ik heb daar een verslag van, maar de patholoog anatoom, een vrouw, belde mij persoonlijk en zei letterlijk ‘meneer Duvekot ik heb dit nog nooit meegemaakt en zal dit ook nooit meer meemaken, een tsunami van leukocyten heeft het lichaam van uw vrouw overspoeld en haar organen gedood, het eerst de hersenen en als laatste het hart’.
Elke morgen op de rand van ons bed vertelde ik haar welke dag het was, wat we de laatste dagen hadden gedaan enz. Ik praatte haar de dag in. Om 13 uur belde onze oudste zoon haar, het was in Toronto dan 07 uur ’s morgens, hij sprak dan een uur met haar, ik ben hem daar eeuwig dankbaar voor. Dikwijls vond ik ’s morgens op allerlei plaatsen briefjes, die mij door merg en been gingen:

Ik ben zo bang.
Welke dag is het?
Zijn Thijlbert en Kate er?

De verschrikkelijke angst van Erica werd vooral veroorzaakt door het bestaan van haar veel oudere halfbroer Wim die volledig dement is, hij leeft nog. Ondanks dat alle onderzoeken uitwezen dat zij niet dement was, en de neuroloog haar dat verzekerde was er steeds weer die angst. Daarom had ik een enorme hekel aan zijn bestaan, niet aan hem als mens, want ik was en ben heel gesteld op hem. Nee, aan het bestaan van hem.
Wat ons overkwam werd door vrienden en kennissen niet begrepen. Zij verweten mij soms zelfs dat ik haar toestand opblies en erger maakte. Ze waren toch net op bezoek geweest en hadden met Erica prima kunnen praten? Ze geloofden mij niet wanneer ik hen vertelde dat Erica 5 min na hun bezoek daar niets meer van zou weten!
U, mevrouw Broeckhoven gelooft me niet alleen, maar weet het en begrijpt het.
Daarom deze brief, ik zocht zo iemand denk ik en zag u gisteravond!

Over de laatste maanden, maakte zij een gedicht:

Leden wij schipbreuk?
Een vlot draagt ons en als jij de vis vangt hijs ik het zeil

Gaan wij door de woestijn?
Jouw kruik lest onze dorst en mijn kleed geeft ons schaduw

Hangen wij boven het ravijn?
Jij omklemt het touw en ik reik naar de tak

Zo reizen wij, van snelweg naar bospad, van oceaan naar bergmeer
tot ik jouw benen word en jij mijn verstand, tot het rust.

Met vriendelijke groet,

Willem Duvekot

1 comment:

Anonymous said...

Wat ’n mooie brief, Meneer Duvekot. En wat ’n gedicht!

Ik heb moeite met de wiskunde and logarithms enzovoort, maar als U over Uw vrouw schrijft, dan begrijp ik het heel goed en ben ik ontzettend blij dat ik Uw blog heb gevonden.

Dank U.

Ineke Goedhart (in Canada, waar ze jammer genoeg heel weinig kans meer krijgt om haar Nederlandse taal te ... um ... how do you say "improve" in Dutch?)