Monday, September 18, 2006

De dijkgraaf.


Ineens is de dijkgraaf in het nieuws. De PvdA schijnt in haar verkiezingspamflet de dijkgraaf te willen afschaffen in Nederland.
De dijkgraaf van een waterschap is de voorzitter van de 'ingelanden'. De ingelanden zijn alle grondbezitters, pachters of erfberechtenden van grond binnen het waterschap.
De dijkgraaf van de 'calamiteuze' polder Borssele was, in het midden van de vorige eeuw, mijn grootvader Pieter Dekker. Hier op de foto met zijn dochter Adrie en zoon Frans, die gestorven is in een Jappenkamp op Java. Grootvader Dekker, de vader van mijn moeder, bezat de meeste grond in de polder en was daarom door de ingelanden als voorzitter gekozen. In 1945 of '46 benoemden de ingelanden van de polder mijn broer Adriaan Willem Duvekot (Adrie) als waterbouwkundige voor de polder Borssele. Mijn grootvader benoemde dus zijn kleinzoon. Adrie volgde daarmee Warren, de vader van Hans Warren, als waterbouwkundige op.
De polder Borssele was calamiteus omdat hij van de polders in Zuid-Beveland op de meest kritieke plaats ligt. Bij een zuidwesterstorm en springtij beukt het opkomende water van de Westerschelde allereerst met volle kracht op de zeedijk van Borssele. De calamitueze polders van Zeeland ontvingen een extra rijkssubsidie. De ingelanden vergaderden tweemaal per jaar, broer Adrie legde dan verantwoording af van de werkzaamheden in de polder en gaf aan wat er voor de veiligheid van Borssele nog gedaan moest worden. De ingelanden bogen zich dan over de benodigde financiƫn en ook over een eventuele belastingverhoging die zij zichzelf moesten opleggen. Misschien was het wel handig dat hun voorzitter ook voorzitter van de Raiffeisenbank (die samen met de Boerenleenbank later opging in de Rabobank) was? De vergaderingen vonden plaats in de 'directiekamer', in feite de rechtervleugel van het dijkhuis. Door de dijkverhogingen van de Zeeuwse eilanden na de watersnoodramp van '53 is helaas het dijkhuis gesloopt, ondanks dat de dijken van Borssele heel waren gebleven en de polder dus niet is ondergelopen.
Niet alleen de zeedijk, maar ook de waterhuishouding binnendijks en de wegen vielen onder verantwoordelijkheid van de waterbouwkundige ambtenaar. Hij is de baas van de 'kantonniers'. De meeste kantonniers waren seizoenarbeiders. Verschillende kantonniers werkten in de winter voor mijn broer en in de zomer voor mijn grootvader. Een kantonnier kan alles. Hij maakt de bazaltglooing voor de zeedijk, houdt de watergangen schoon en repareert het wegendek. Ingenieurs Weg- en Waterbouw en hun kantonniers werden in 1996 helaas nationaal bekend toen 23 van hen uit Noord-Holland een pleziertocht naar Texel maakten. De 53 jaar oude DC 3 sloeg op het wad te pletter en alle inzittenden kwamen om. De hele beroepsgroep rouwde.

No comments: