Friday, March 03, 2006
Postduiven.
Vandaag in het Boekenkatern van het NRC Handelsblad een bespreking van de tweede roman van Arjan Visser 'Hemelval'. De hoofdpersoon in Hemelval, Lode Bast, is duivenmelker. Eliane's illustratie, over drie kolommen, is een mooie combinatie van een postduif en Arjan Visser.
De tekening van Eliane doet me denken aan de postduiven die mijn tweelingbroer Piet en ik hielden na de tweede wereldoorlog.
Van 1945 tot '50 woonde ik met mijn ouders, zuster Nel en broer Piet in het Dijkhuis te Borssele. Wij woonden tijdelijk in bij broer Adrie die als waterbouwkundige verantwoordelijk was voor de veiligheid van de polder Borssele. Vóór Adrie was Warren, de vader van Hans Warren, de waterbouwkundige voor de polder Borssele geweest. Hans had onderaan de dijk een grote volière achtergelaten en Piet en ik begonnen daar postduiven te houden. Het eerste paartje kregen we van onze vader. Al gauw werd er met succes gebroed en kregen we ook duiven van anderen. Toen we vanaf '46 naar school in Goes gingen, namen we in een mand achterop de fiets wel eens duiven mee. Kort voor Goes lieten we ze dan los. Eerst werden er een paar rondjes boven ons hoofd gevlogen en als ze dan richting Borssele namen konden wij tevreden naar school. In '49 kwam er een gewelddadig einde ons duivenplezier toen een bunzing in een nacht alle twintig duiven doodde. Voor het naar school fietsen wilden Piet en ik de duiven gaan voeren en vonden we twintig lijkjes. De bunzing keek ons met grote ogen aan, we waren bang van hem. Dat was van korte duur natuurlijk want hij was heel snel verdwenen.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
1 comment:
Ik herinner me dat dijkhuis, en zelfs vagelijk het afscheid ervan, uit de geheime dagboeken van Hans Warren, een van de eerste delen. Daarin schrijft Warren ook over zijn vogelhobby.
Post a Comment