Opa vertelt weer van vroeger.
In Borssele liep iedereen op klompen behalve de schoolmeester, de dominee, de veldwachter en de burgemeester. Binnen liep je op je sokken of op klompensokken, dat zijn leren muiltjes die je in een beetje klompenwinkel nog altijd kunt kopen. Als de bodem van de klomp bijna doorgesleten was, werd de klomp een zeilbootje, een geweldig stuk speelgoed, zodat een klomp eigenlijk het eeuwige leven had.
De eerste keer dat Piet en ik met klompzeilbootjes speelden, en die ik me goed herinner, is najaar 1939. Najaar, want de voorraad voederbieten voor de hele winter lag op het erf achter de koeiestal, toegedekt met stro en daar overheen een dikke laag klei. Die klei kwam uit de sloot die rondom de berg was gegraven en tegelijkertijd ervoor zorgde dat de bieten droog bleven. Zo’n kleilaag was inderdaad ondoordringbaar.
Het moet dat najaar flink geregend hebben want de sloot stond vol water. Piet en ik lieten onze bootjes varen en hadden het naar onze zin, totdat de gladde klei en mijn enthousiasme me rechtvooruit de sloot deed induiken. Piet redde mijn leven door zo hard te schreeuwen dat mijn vader er onmiddellijk bij was. Mijn vader vertelde later dat alleen mijn beentjes boven het water uitstaken. Zelf herinner ik me nog heel goed dat mijn handjes in de klei vastzaten. Dit moet de eerste keer geweest zijn dat mijn beschermengel zich met mij bemoeide.
Wat mij altijd veel plezier doet, en waar ik ook een beetje trots op ben, is dat zowel Michiel en Thijlbert als de kleinkinderen op klompen hebben leren lopen.
Sunday, March 27, 2005
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment