Thursday, November 27, 2008

Geleerdevrouwen.


Prof. Vanpaemel doceert geschiedenis van de wetenschap aan de Universiteit van Leuven. Vanmiddag zat ik met nog een man en drie vrouwen in Nijmegen tegenover hem bij zijn eerste college over de rol van vrouwen in de wetenschap vanaf de 16eeuw. De Radbout Universiteit verdient veel lof dat ze dit college toch liet doorgaan ondanks dat de Nederlandse vrouwen het zo lieten afweten.
Wat opviel is dat de mogelijkheden van vrouwen om zich te ontwikkelen in de 19eeuw dramatisch terugliepen. Vanpaemel noemde Marie Curie een echt dieptepunt voor de vrouw in de wetenschap. Zij was in die tijd de enige vrouw die in de wetenschap op topniveau werkte, terwijl al in 1732 in Bologna Laura Bassi tot hoogleraar in de natuurwetenschappen werd benoemd!
Hier een portret van Émilie du Chatelet die voor velen bekend is als de maîtresse van Voltaire maar als wetenschapper veel belangrijker is geweest. Zij was een van de grootste kenners van het werk van Leibnitz en Newton en introduceerde hun werk in Frankrijk (en kende dus ook haar talen). Ik kreeg de indruk dat Vanpaemel Voltaire maar een domme man vond naast Émilie, maar deze opmerking is helemaal voor mijn rekening!
N.B. Over die drie wel aanwezige dames niets dan goeds hoor. Zij waren 100% aanwezig met hun vragen en opmerkingen en mijn buurvrouw haalde ook koffie voor me.

Wednesday, November 26, 2008

Noodlot en toeval.


Gistermorgen reed ik op een ijsvlakte de Thuyalaan uit voor het tweede college van Klaas Landsman in Nijmegen. Nee, ik ben niet gek want deze HOVO cursus is geweldig. Landsman liet, ook volgens mijn medecursisten onze hersens kraken. Volgende week nog een keer krakende hersens voor ‘De technologie van het toeval’ door prof.dr. R.H.P.Kleis. Gelukkig zijn de grote lijnen terug te lezen in de samenvatting die we krijgen. Maar wie er meer over wil weten kan donderdag 11 dec. naar het Science Café The Shamrock in Nijmegen. Dan gaat Landsman daar in debat over het toeval met Gerard ’t Hooft. Over het toeval is ’t Hooft beroemd omdat hij na Einstein in de natuurkunde een van de laatste deterministen is en als natuurkundige wereldberoemd vanwege zijn werk aan het zogenaamde standaardmodel (een indeling van de kleinste deeltjes). Met Veldman won hij in 1999 de Nobelprijs voor natuurkunde. Landsman vroeg ons, zijn cursisten gisteren, dringend om 11 dec. te komen! Maar juist die avond moet ik van een andere Gerard (onze teamleider) in een thuiswedstrijd schaken! Toeval? Nee, noodlot!
Vergeleken met Oedipus is mijn noodlot niets dat geef ik toe. Arme Oedipus, u ziet hem hier met de sfinx van Thebe. Een schilderij van Gustave Moreaus.

Saturday, November 22, 2008

Sneeuw.



Sneeuw, vanmorgen 8 uur in Gorssel en afgelopen donderdag in Toronto.

Friday, November 21, 2008

De lengte van een kort verhaal.


Vandaag ontving ik van Müller/Snijders onderstaande e-mail, op de foto het Paterswoldsemeer.

Onderwerp: paterswolde

Topsporters is gepubliceerd in De Stentor. De geportretteerde vrouw heeft het gelezen, heeft zich herkend en belt mij op. Ik zet mijn stekels op en wacht af. Ze is heel vriendelijk en vraagt of ik het gedicht dat ik op 15 juli 1988 aan het ontbijt voor de lifter heb voorgedragen, nog steeds uit mijn hoofd ken. 'Nee', zeg ik, 'zulke dingen moeten onderhouden worden, zonder impulsen worden ze grijs en vervagen ten slotte volledig.' Ze vraagt waar ze het kan vinden. 'In de verzamelde werken op pagina 78', zeg ik, 'maar ik kan het u wel voorlezen.' Dat vindt ze aardig van me.

De Onbekende Vrouw

Een mooie vrouw is langs me heen gegaan;
Heel even bleef zij staan
En keek mij aan;
Toen is zij weer haar gang gegaan.

Was zij blond
Of was zij zwart?
Ik weet niet meer.

Alleen heeft zij me 't hart
In de fluwelen avondstond
Oneindiglik gewond;
En 't doet me nu zó zeer,
Dat ik lauwe tranen weende,
Langswaar zij henen ging,
Latend ontgoocheling,
In de droeve kring,
Die rond mij hing.

– – – – – – – – – – – – –

Nu dool ik langs de wegen,
Het hart met stille pijn doorregen,
Omdat 'k het niet weet, waarom ze m'aangekeken
Heeft en waarom deze onbekende vrouw
Zoveel rouw
In mij heeft nagelaten.

Ach, alleen weet ik dat zij henen ging
In het gesching
Van elektrieke kringen;
Hoog herrezen,
Latend in mijn wezen
De geur van haar heliotropen,
Als een rustig smartenmeer.



Ze stelt me een verrassende vraag: 'Ben ik die vrouw?'
Ik zeg: 'Dat lijkt me sterk, het gedicht is van juni 1914, u kan het dus niet lijfelijk zijn. Maar als u aan uzelf denkt als De Vrouw, dan maakt u een grote kans, want zeer veel vrouwen hebben zeer veel mannen ongelukkig gemaakt door slechts één keer langs te wandelen.'
Ze bedankt me voor mijn inzichtelijke poëzie-behandeling.

Thursday, November 20, 2008

Topsport.


Met de schrijver van “zeer korte verhalen” Peter Müller (A.L. Snijders) deel ik het ongenoegen over Rouvoet. Deze minister is geregeld te zien en te lezen maar heeft tot nu toe aan het werk waarvoor hij is aangesteld niets gedaan. Van Müller ontving ik gisteren de volgende beschouwing. Op de foto de “topsporter” Mike Tyson voormalig wereldkampioen zwaargewicht boksen.

“ Een nooit eindigende riedel: de jeugd ontspoort. Rouvoet is ontzet over de geslachtelijke omgang. Ik lees het in de krant, het staat vast. Ik denk aan het ontbijt van 15 juli 1988. De jongen zit aan tafel, ik weet niet hoe hij heet, maar ik kook een eitje voor hem. De avond tevoren heb ik hem een lift gegeven, ik pikte hem op bij Amsterdam, hij ging naar Kopenhagen, maar ik ging niet verder dan Klein Dochteren – ik bood hem een bed aan, en maakte hem om zeven uur wakker. We praatten wat, want je kunt niet zwijgen als je met een vreemde ontbijt. Hij vertelde dat hij culturele antropologie studeerde aan de Vrije Universiteit, ik vertelde dat ik iedere week een gedicht uit mijn hoofd leerde. Hij was benieuwd, waarom deed iemand zoiets? Ik had een prozaïsche reden, mijn hersens, het was een anti-dementie-projekt. Hij vroeg een bewijs, ik declameerde zonder haperen 'De onbekende vrouw' van Paul van Ostaijen. Eerste regels: Een mooie vrouw is langs me heen gegaan; / Heel even bleef zij staan / En keek mij aan; / Toen is zij weer haar gang gegaan.
Hij vertelde dat hij in een café een meisje had ontmoet dat ook gedichten uit haar hoofd kende. Bovendien volgde ze aan de Universiteit van Groningen twee studierichtingen tegelijkertijd, Nederlands en psychologie. Met succes. En tenslotte liet ze zich alleen naaien door topsporters. Dat laatste had verschillende voordelen: ze waren dom en daardoor kon er geen onverhoedse liefde ontstaan (ze nam, als het even kon, ook nog het liefst getrouwde topsporters, dubbel safe tegen de liefde) en ze hadden geen enge ziektes. (Gedachtegang: topsporters zijn gezond, hun lichaam is hun kapitaal.)
Ik was onder de indruk – gedichten, twee succesvolle studies, topsporters als gesmeerde dekhengsten – en zei beduusd: 'Ik hoop dat ze tenminste lelijk was'. Maar nee, hij bood geen uitweg, het was een meisje van verblindende en schandelijke schoonheid. Hij zuchtte en mompelde: 'Sommige mensen hebben alles'.

Ik ga nog een stap verder, het meisje is nu twintig jaar ouder, nog steeds mooi, twee kinderen, succesvol psychotherapeute, mooie villa in Paterswolde. Als ze 's avonds in de krant over de zorgen van Rouvoet leest, knikt ze instemmend, en zegt tegen haar echtgenoot: 'Goed dat die man iets gaat doen tegen de verwildering van de zeden'.”

Hieronder het gedicht waar Müller/Snijders over schrijft (gesching: schittering).

De onbekende vrouw

Een mooie vrouw is langs me heen gegaan;
Heel even bleef zij staan
En keek mij aan;
Toen is zij weer haar gang gegaan.

Was zij blond
Of was zij zwart?
Ik weet het niet meer.

Alleen heeft zij me ’t hart
In de fluwelen avondstond
Oneindiglik gewond;
En ’t doet me nu zó zeer,
Dat ik lauwe tranen weende,
Langswaar zij henen ging,
Latend ontgoocheling,
In de droeve kring,
Die rond mij hing.

Nu dool ik langs de wegen,
Het hart met stille pijn doorregen,
Omdat ‘k niet weet, waarom ze m’aangekeken
Heeft en waarom deze onbekend vrouw
Zoveel rouw
In mij heeft nagelaten.

Ach, alleen weet ik dat zij henen ging
In het gesching
Van elektrieke kringen;
Hoog herrezen,
Latend in mijn wezen
De geur van haar heliotropen,
Als een rustig smartenmeer.

Wednesday, November 19, 2008

Wat is toeval?


Naar aanleiding van mijn blog van gisteren kreeg ik van Peter de vraag ‘Ja maar wat is toeval dan precies?’. Vanaf de Presocratici (o.a. Democritus) tot Landsman heeft de mens zich afgevraagd wat toeval is en nu komt Peter “even” met deze vraag! Hallo zeg, dat is te gek! Ik geef hem wat antwoorden van echte denkers:
Laplace, Franse astronoom en wiskundige (1749-1827): ‘Voor een intelligent wezen dat op een bepaald moment zowel alle krachten in de natuur kent als de toestand van alle deeltjes zou niets onzeker zijn, en zouden zowel de toekomst als het verleden bekend zijn.’
Hier heb je dus de determinist in pure vorm, Laplace verwierp dan ook het idee van een god volkomen.
Thomas van Aquino (1225-1274, in 1323 heilig verklaard):’Toeval gerelateerd niet aan oorzaak maar aan uitkomst van handelingen, die mensen door onvolmaaktheid niet kunnen voorspellen.’
Tot de 20e eeuw: toeval komt door menselijke onwetendheid.
In de eerste helft van de vorige is een gevolg van de quantummechanica het debat tussen Niels Bohr en Albert Einstein(God dobbelt niet) geweest, echt het hoogtepunt in de discussie over het toeval.

Tuesday, November 18, 2008

Het zuivere toeval bestaat!


Vandaag uitsluitsel gekregen van Klaas Landsman over de vraag ‘bestaat het zuiver toeval?’.
Ja, het bestaat! In 1964 gaf de wiskundige Johnn Steward Bell met de zogenaamde Bell-ongelijkheid het verlossende antwoord. In diezelfde vorige eeuw hadden alle grote geleerden zich met die vraag bezig gehouden en vooral het Bohr-Einstein debat van 1927 tot 1949 is ook bij een deel van het grote publiek bekend (Einsteins “God dobbelt niet!”). Op de foto zie je de Solvay conferentie van 1927 met alle groten uit de eerste helft van de vorige eeuw. Klik op de foto voor een vergroting. Op de voorste rij derde van links Marie Curie met naast haar Lorentz (de voorzitter, omdat hij de grootste natuurkundige van die tijd geacht werd ook door Einstein(!), en vloeiend zijn talen sprak) naast Lorentz zit Einstein. Op de tweede rij helemaal rechts Niels Bohr.
In ons land wordt nu Klaas Landsman als de grootste kenner op dit gebied beschouwd. Ja, het zuivere toeval bestaat! Google Klaas Landsman en u vindt alles wat er nu aan kennis over bestaat. Oh ja: natuurlijk schaakt Landsman, in de jaren tachtig was hij eenmaal jeugdkampioen van Nederland.

Thursday, November 13, 2008

'De gelukkige leraar'.


Vanmorgen weer les gegeven aan deze acht. Ik geniet met volle teugen, ik weet niet goed hoe ik het moet verwoorden. Als ik mijn gevoel de vrije teugel geef dan komt er: geweldige kinderen, geweldige leerkrachten, een geweldige school. Geloven jullie me dan nog?
Ik geef toe dat ik een enorm voordeel heb ten opzichte van concurrenten: ik ben voldoende invalide om bijna niks nog zelf te kunnen! Dat is voor de klas een heel groot voordeel omdat de kinderen dan alles zelf moeten doen. Zij zetten de tafels en stoelen klaar, zij maakten deze foto’s voor me, zij bedienen de laptop die aan dat fantastische superscherm (een elektronisch schoolbord) gekoppeld is enz. Zij moeten natuurlijk ook mijn vragen beantwoorden en hun huiswerk doen, dat ging zo goed dat ik vanmorgen razendsnel tandjes bij moest schakelen. Tim, rechtsonder met schaakstuk, verbaasde zich dat ik toch nog sneller kon doorschakelen dan hij kon oplossen. Het is natuurlijk ook gewoon heerlijk om kinderen te hebben die je steeds begrijpen!
Klik op de foto voor een vergroting.

Saturday, November 08, 2008

Vier dagen.




Woensdag had ik Laura en haar vriendin op bezoek, dat was heel vrolijk. Onze oude trampoline bleek nog prima te werken. Donderdag stond ik na jaren weer voor de klas om vier meisjes (Charlie, Imke, Judith, Tessa) en drie jongens (Tim, Rob, Arthur) over het schaakspel te vertellen en hen het spel goed te leren spelen.
Gisteren bezocht ik het nieuwe ziekenhuis in Deventer voor het eerst. Ik zag daar enorm tegenop maar dat bleek onterecht. De grote afstanden werden moeiteloos overbrugd door gastvrouwen die mij in hun rolstoel plaatsten.
Vandaag kocht ik het laatste boek van Philip Roth, mijn favoriete auteur, en De Dikke Ik waar ik dinsdag over schreef en inderdaad Gerard en ik zijn nu echte schrijvers en zelfs ingebonden! Klik op het plaatje voor een goed leesbare versie.

Tuesday, November 04, 2008

Echt.


Gisteravond presenteerde Martin Ros op zijn bekende wijze de zes genomineerde boeken voor de AKO literatuurprijs 2008. Doeschka Meijsing won met haar boek, gefeliciteerd Doeschka.
Wat Martin Ros vergat te zeggen was dat Gerard en ik inmiddels ook tot het Nederlandse schrijversgilde zijn toegetreden. Beiden waren we soms wel in het NRC Handelsblad te lezen maar was ons “verhaal” nog niet binnen een echte boekenkaft ‘vereeuwigd’. Dat is nu wel zo!
In ‘De Dikke Ik’ vinden jullie Gerard op blz. 302 en mij op pag. 300. Het zal ook voor de minder geoefende lezer duidelijk zijn wie in onze onderlinge wedstrijd een straatlengte voorligt!

Het toeval bij Sophocles en Seneca.


Vanmorgen daagde dr. Bé Breij ons (mijn mede cursisten en mij van het Hovo op dinsdagmorgen in Nijmegen) uit om het toeval te vinden in de smalle marge die Sophocles in het drama Oedipus heeft gelaten voor het toeval. Mevrouw de Breij vertelde ons vooraf dat haar specialisme Romeinse declamatie is. Daar boffen wij mee want zij bracht niet alleen veel over de antieke mythologie maar dat ook op een prachtige manier. Volgende week horen we van haar hoe de Romeinse filosoof Seneca vijfhonderd jaar later tegen het drama Oedipus aankeek.